Op naar The Red Centre24 februari 2016

Zaterdag zijn we van Sydney naar het midden van Australië gevlogen. Ook wel The Red Centre genoemd vanwege het rode zand en de rode bergen. Hier begint onze zes-daagse roadtrip door niemandsland.

Terwijl ik uit het vliegtuig stap, vraag ik me af waarom ze eigenlijk een uitgang zo dicht bij de hitte van de motoren doen. Snel die trap af, weg bij die hitte. Maar de hitte blijft en het duurt een paar seconden voordat ik besef dat het niet die motoren zijn, maar gewoon de zon. De zon die voor het ‘aangename’ temperatuurtje van 44 graden zorgt. Alsof er een föhn op zijn heetste stand op je lichaam gericht staat. Bikram yoga, maar dan anders.

Met Olivia op mijn arm sla ik een vlieg weg, bah. Daarna nog één bij mijn oog. En nog één. Olivia, voor niks bang, begint ook wat te piepen van al die vliegen. Rotbeesten. Ik kijk om me heen en zie iedereen om zich heen slaan. Ik durf bijna niet te praten (lekker rustig) omdat er zoveel vliegen zijn. Hebben ze hier een vliegenplaag op het vliegveld? Ligt er in de buurt een vuilnisbelt? Roderiks humeur wordt er in ieder geval niet beter op. Hij zit op het scherm alweer naar een terugvlucht te kijken “Weg uit deze hitte met al die vliegen!” Maar ik weet hem te overtuigen om naar het resort te gaan, al twijfel ik ook een beetje. Hopelijk is het bij het resort vliegvrij.

Forget it. We stappen uit bij het hotel en de vliegen weten ons direct weer te vinden. Het zijn er duizenden, niet overdreven. Bij je ogen, rond de mond, oren, handen, overal! Het is niet te doen. Ik voel me net een stuk vee of een karkas. De hitte en daarmee een Roderik die over zijn kookpunt gaat, maken het er niet veel beter op.

We zien een stel andere hotelgasten met een soort netjes over hun hoofd. De hoop dat die vliegen hier maar voor 1 dagje zijn, vervliegt meteen. Roderik rent naar de eerste beste winkel en koopt ook 3 van die netjes. Onze charmante look is compleet…

 

Geen reacties

Geef een reactie